Grenzend aan de Duffelsesteenweg springt Het Doodenhof in het oog doordat de haag van de begraafplaats zich op 10 m van de rijbaan bevindt. Het is op deze ongedefinieerde en overgedimensioneerde uitloper van het voetpad dat we de nieuwe afscheidsruimte inplanten. In één beweging geven we zin aan het onbestemde, tasten we de capaciteit van het kerkhof niet aan en geven we de begraafplaats aan beide zijden van de scheiding een geborgener karakter op schaal van het dorp. We takken aan op de heldere rastervormige planfiguur van de begraafplaats en construeren een eindpunt op één van de lange assen die evenwijdig loopt met de cardo maximus *1.
Herinnerend aan de holtes van de kluizenaars, de veldkapel van Peter Zumthor en de uit steen gehouwen of geconstrueerde tombes overal ter wereld, ontwerpen we de afscheidsruimte als een mentale ruimte waarin geborgenheid, ondersteuning en houvast centraal staan. We geven de ruimte vorm vanuit de materialiteit en grijpen terug naar de Romeinse bouwmethode opus reticulatum. Deze tactiele en karaktervolle materialisatie ondersteunt de beleving, blijft op de achtergrond en laat plaats voor het rouwen. Haar amorfe en plastische bouwwijze biedt de mogelijkheid om de binnen- en buitenfiguur anders op te vatten waardoor de mentale ruimte in contrast komt te staan met de buitenfiguur die vanuit de fysieke context ontworpen wordt.
Evenwijdig met de steenweg onderstreept een nieuwe open en overdekte galerij de grens tussen het publiek domein en de begraafplaats. Rekening houdend met het plaatsgebrek op het bestaande kerkhof ontwerpen we de langse zijde als een herdenkingsmuur waar de bezoeker in alle rust zijn dierbare kan begroeten. Daarnaast fungeert deze portiek als een uitstekend geluidsscherm waardoor het aanwezige ruis van het verkeer sterk gereduceerd wordt.
Wanneer we de afscheidsruimte en de open portiek op elkaar betrekken, zien we een kans om vorm te geven aan het ongeschreven ceremonieel van toekomen, wachten en begroeten. Bij het verlaten van de afscheidsruimte doet de portiek dan weer dienst als uitloopzone waar de rouwenden bijpraten en van elkaar afscheid nemen.
Tot slot herdenken we de bestaande projectzone, die voor de open galerij ligt, en voorzien we een urnenveld aan de zijde van de hoofdinkom en een serene en door bomen omgeven strooiweide aan de uitloopzone.
*1 cardo maximus: hoofdstraat, één van de beide hoofdassen in Romeinse legerplaatsen en steden die volgens een schaakbordpatroon aangelegd werden.
Ligging: Kontich
Opdrachtgever: Gemeente Kontich
Timing: 2020
Budget: € 195.000 (excl. btw en erelonen)
Oppervlakte: 190 m2
Status: wedstrijdontwerp (laureaat – opdracht stopgezet)
Ontwerpteam: platform architectuur i.s.m. Mouton (stabiliteit) en De Fonseca (akoestiek)
Referenties: Tombe van de profeten, Jeruzalem en Alte Sudfriedhof, München (Hans Döllgast)